“Ten baht, ten baht. I take you to everywhere”, zei de Bangkokse tuk-tuk chauffeur. Natuurlijk ben je dan als niet onervaren reiziger meteen op je hoede. De combinatie tuk-tuk, Bangkok, toerist en een vloeiend Engels sprekende chauffeur die zijn tanden breed blootlacht, heeft natuurlijk bijna de vorm van een alarmbel. Maar djee, ik was nog suffig van de klamme taxirit naar de Shanti Lodge, Ching, Marjolijn en Taco hingen nog ergens boven de aardbol en GMZ lag -alle grootspraak ten spijt- nog in z’n mandje met een jetlag (lees hier hoe hij even later wel al vrienden maakte met de populairste pappies van Azie!).

Sure. In ruil voor de benzine moest ik ff 5 minuten gaan shoppen in een winkel met matrozenpakjes als meest trendy items. Al mijn goede voornemens ten spijt eindigde deze eerste interculturele uitwisseling dus met een’ No, no no, I don’t wanna go shopping” (imagine !?!?), schreeuwende Firma Soetebroot achterin de tuk-tuk en een chauffeur die haar er uiteindelijk ter plekke uitkickte voor 10 baht. Gelukkig wel op de plek die 5 minuten verwijderd bleek van mijn idyllische hangplek aan de Chao Praya rivier.
Niet doe-hoen….

Nu zitten we met z’n vieren op paradijselijk Ko Chang en kabbelt het leven voort met de snelheid van een Thaise olifant op een verplichte toeristentrektocht (nee, dit doe ik dus niet). Ching is er overigens van overtuigd dat een olifant over een brug te hebben zien slenteren – downtown Bangkok. Alleen. Maar dat geloven we tot nu toe niet. Sterker ik heb d’r een iPod toegezegd als ze het kan bewijzen…Oei. Of heb ik me niet verdiept en zijn olifanten de golden retrievers van Thailand?

Overigens zijn de schmutzies een volkomen verwaarloosbaar minpunt tussen de groene jungle, zeeen van tijd, strandhutten met hangmatten, emmertjes pina colada voor een euro, tom ka soep voor een prik en bananenpannenkoeken als ontbijt. Bovendien vormen ze een van de bronnen van lopende grappen tussen ons vier hedonistische profiteurs (vanuit schmutzieperspectief dan he). Morgen gaan we hiken (=gewoon wandelen) door de jungle met een Thaise Sam Safari die op 2 kilometer afstand aan een ruisende tak kan zien dat er een aap zit. Vandaag? Mmm niets ofzo…hehe.
Geachte Firma Soetebroot,>>Uw verhalen zijn zoals altijd een waar genot om te lezen en een verfrissende afwisseling van de grauwe Amsterdamse herfstdagen die geruisloos in elkaar overgaan.>Trouwens, een beetje geemancipeerd olifant slentert vast wel eens op zn gemakje over Bankokse bruggetjes… waarom niet? Die beesten moeten ook wat in hun schaarse vrije tijd. En als je dan eindelijk een keer niet een paar van die zwetende en gillende idioten op je rug hebt zitten, wil je ook wel eens een beetje rust… Nou ja, Ipods zijn in Thailand gelukkig niet zo duur…>Doe uw drie hedonistische medereizigers de groeten; vooral die gekke chinees.>>En voor u, in alle bescheidenheid, een extra dikke kus,>>erik
Ik heb het opzettelijk niet gemeld: in Thailand is het iedere dag National Holiday. Klassiekertje hoor. Men kan zich geen toerist noemen zonder deze instinker aan den levende lijven te hebben moeten ondergaan.>>En, inderdaad, olifanten zijn er de nationale duiven op de Dam. Ze kunnen alles, dus ook over een brugje slijpen.>>Leuk hoor. Groetjes, Bert&Bob
Lieve saskia,>Leuk dat ik tijdens het nakijken van literatuuressays (12 keer hetzelfde uitgebreide onderwerp) kan dromen dat ik even anders ben..>Lijkt me even niets mis mee om als hedonistische profiteur van dat paradijsje te genieten. Ben benieuwd naar je jungle verslag.>Liefs>Lidy
Hoi lieverds, kinkt allemaal zeer idyllisch-pittoresk. Die aapies zijn trouwens helemaal niet Zen-verbonden met Thaise Safari’s, maar worden elke dag rond dezelfde tijd gevoeierd door weer een groep toeristen. Dat kunnen ze best onthouden die aapies. He, weer een illusie armer, waar is nou toch dat echte Thailand; nou, heb je bv al limonade uit een plastic tas gedronken? heel authentiek en echt Thais. Je kan het nog aan het stuur van je scootertje hangen ook! Pik ook nog even ‘hoe snij ik een ananas’ mee. Veel plezier en X van Breg