Het einde van het jaar. Dat is ordenen, balansen opmaken, bezems door de overvolle kasten van 2o10 halen. Met lijstjes, een fenomeen dat Firma Soetebroot in een vorige post al even aanstipte of, meer Soetebroots stijl, met het uitlichten van een paar hoogtepunten in random volgorde.
Het begon allemaal gedwongen, met een volle geheugenkaart die vroeg om het kritisch doorspitten en het opschonen van 2010.
Van de sneeuw van vorig jaar en een kettingsbotsing op de Zwitserse Autobahn, belandde ze in de met Hollandse vlaggetjes en curry getooide frituurhoeraatjes van het WK2010, Indonesische surfavonturen, Lowlands en, inmiddels in september aanbeland, het geweldige weekend op Vlieland tijdens Into the Great Wide Open.
En daar stond hij op een van de kiekjes, nauwelijks te ontwaren door het zwart van de nacht en de feestende meute: de sympathieke, ietwat wereldvreemde zanger van de Whitest Boy Alive: Erlend Øye.
Soetebroot maakte de foto ’s nachts op het strand waar Erlend – na een buitengewoon mooi optreden op het sportveld – door een jongen van de platenmaatschappij gehosseld was voor een solonaise bij het kampvuur. Een poging die volledig mislukte door het overenthousiasme van de trommelaars van Jungle by Night. Erlend kreeg zijn gitaar niet door de Afrikaanse ritmes heen gestemd en gaf op.
Op het moment zelf besefte Soetebroot het nauwelijks maar de manier waarop Erlend Øye op deze foto als eenzame buitenstaander oplicht, temidden van de door de puber sjamanen van Jungle by Night opgehitste dronken menigte, voorspelt eigenlijk al het verloop van de rest van die nacht (hier wel de voetnoot dat dit verhaal naar boven borrelde uit een rock ’n roll-bron met een natuurlijk neiging tot dramatische overdrijving).
Wat er precies met Erlend is gebeurd tussen zijn verschijning aan het kampvuur en de vroege ochtenduren is Firma Soetebroot niet bekend. Maar de bron vond hem terug voor zijn hoteldeur, eenzaam opgekruld op de deurmat. Diep in slaap. Pasje kwijt, te moe om te bellen. Of niet op het idee gekomen. Niet dat uiteindelijk niet alles goed kwam. Want een telefoontje naar de receptie vanuit de kamer van de bron deed Erlend alsnog in het voor hem gereserveerde mandje eindigen.
Toen Firma Soetebroot van de gebeurtenis hoorde, kon ze alleen maar denken aan de door Erlend tijdens zijn optreden uitgesproken woorden over hoe iedereen zich weleens eenzaam voelt en hoe hij vervolgens voor een langzaam betoverd rakende meute dit liedje speelde als pleister op de wonde. En dat wij potverdorrie toch maar gelukkig mogen zijn dat muzikale genieen als Erlend Øye zich af en toe eenzaam voelen zodat ze dit soort liedjes kunnen maken.
Vandaar deze foto. Misschien niet het mooiste beeld van het jaar. Wel een van de betere verhalen vond Soetebroot. En dat moest nog even verteld.