Het beet Soetebroot dit weekend in de staart: de zoete wraak waar je stiekem op hoopt wanneer je een middelbare schoolreünie bezoekt. De definitieve afrekening. De vernieuwing van herinneringen met de wetenschap dat als je toen had geweten wat je nu weet, je schouderophalend en fluitend je tienerjaren was doorgestapt. De populairsten groeiden uit tot uitgebluste huismoekes, de stoeren tot dikke, kalende dertigers met een zweetharses en vochtplekken op hun blouses.
Je was altijd geneigd naar boven te kijken en de categorie onder je te vergeten. Een natuurlijk verschijnsel in de sociale pikorde, hoe onterecht ook. Maar belangstelling voor beneden hield altijd het gevaar van het kelderen van je eigen positie in. En dus het einde van de wereld. Zo werkt het nu eenmaal als je puber bent.
Kevin was een klassieke nerd. Klein, mager, bril, hoog stemmetje, goed in beta-vakken. Te aardig om te pesten, maar te veel smurf om serieus te nemen. Dus vergat iedereen Kevin toen al een beetje en bleek zijn aanwezigheid alleen af en toe als zijn piepstem door het lokaal schalde. Na de middelbare school verdween hij vermoedelijk snel uit de meeste geheugens. In ieder geval bij Firma Soetebroot. De jaren lagen inmiddels ver achter haar.
Totdat Soetebroot gisteravond met J. – ooit een klasgenoot van zowel Soetebroot als Kevin – op de trappen van Carre stond voor een concert van Feist en J. zich plotseling omdraaide met een kreet van verbaasde herkenning. Achter ons stond Kevin. Nog steeds klein, mager en met bril maar met dit keer ook geflankeerd door twee blonde chickies. J. gaf hem een hand. Soetebroot vergat haar mond dicht te doen. “Waar zitten jullie?”, vroeg Kevin, nog steeds op diezelfde hoog gepitchte, enthousiaste toon als toen. “Balkon, achter, laatste rij”, bromde J. “Wij staan op de gastenlijst”, zei Kevin rap, J. nauwelijks horend. “Ik ken de bassist.”

Nog voor J. en Soetebroot op de onverwachte vriendschap in konden gaan, trok Kevin een plastic insteekhoesje uit de AH-tas die hij bij zich droeg. “Het is al jaren een vriend van mij. Door het Droste-fotoproject”. Kevin wapperde een kopietje van een foto in ons gezicht. Daarop was hij naast de bassist van Feist te zien met een kopietje van een foto in zijn hand waarop hij te zien was met de bassist van Feist met een kopietje van een foto….u begrijpt hem. “Na afloop gaan we nog even in de backstage”, besloot Kevin. “Maar nu moet ik door”, riep hij ons over zijn schouder na terwijl hij de twee blonde chickies volgde die zich hardop zuchtend langs het wachtende volk op de trap elleboogden. En weg was Kevin.
Soetebroot keek J. aan. “Waar is het met ons mis gegaan?”, riep J., en wierp zijn handen ten hemel. Soetebroot wist het niet. Maar tijdens het concert zag ze Kevin met zijn chickies in de gastenlounge zitten. Kevin was eigenlijk nauwelijks veranderd, hoogstens de wereld om hem heen, concludeerde Soetebroot. En blijkbaar konden ook de Kevins van deze wereld op hun eigenaardige manier vrienden worden met bassisten van toffe bands. Ook al waren er handtekeningen boekjes of een foto-project voor nodig.

Het verschil was duidelijk. Kevin had de bassist al meerdere malen recht in de ogen kunnen kijken en maakte bovendien kans die avond het Droste-effect opnieuw uit te breiden terwijl Soetebroot en J. het moesten doen met een bovenaanzicht op de kruin van Feist en band. Met een olijk vingertje in de lucht en een fotokopietje van een oneindig project in zijn hand had hij de pikorde compleet genegeerd. Ja, met Kevin was het goed gekomen.